Inhoudsopgave


Voorwoord


Een postzegelverzameling zit meestal veilig opgeborgen in mooie boeken in duistere kasten of kluizen van banken en is daardoor slechts toegankelijk voor enkele gelukkigen.
De bedoeling van deze site is het openbaar maken van een klein stukje Belgische postgeschiedenis,zodat zoveel mogelijk geinteresseerden kunnen meegenieten van onze verzamelwoede, en via hun reacties een verrijking kunnen vormen voor onze verzameling.
Daarom gaan we proberen regelmatig updates te brengen naarmate onze verzameling en informatie aangroeit; daarom ook zal deze site nooit af zijn ,zoals een verzameling nooit compleet is.
Hopelijk beleeft U evenveel plezier bij het doorlopen van de site,als wij hadden bij het verzamelen van de zegels en het maken van de site.


Contact


Geboren in 1959 en reeds 40 jaar begeesterd door postzegels, ben ik de laatste jaren vooral bezig met de postzegelreeks de Mérode in al haar aspecten. Vermits mijn tweede hobby geschiedenis is, probeer ik steeds zoveel mogelijk aandacht te schenken aan de geschiedkundige aspecten en de tijdsgeest van de uitgifteperiode.

Damen Guido E-mail (guidodamen59@skynet.be) & André Luyckx.

Ontstaansgeschiedenis


Toen in april 1912 de eerste postzegels met afbeelding van de nieuwe koning Albert 1 werden verkocht werd het een ramp: iedereen klaagde over de middelmatige kwaliteit en de slechte koninklijke afbeelding. Het was de postzegel nr 111 van 10 c die eerst uitkwam, en vanaf september postzegel nr 125 van 25 c met een aangepaste afbeelding, maar deze was niet veel beter. De volledige ''Pellens'' serie bestaat uit 12 postzegels waarvan 9 met afbeelding van koning Albert 1.
Men begon direkt met de voorbereiding van een nieuwe reeks van 13 zegels,waarvan eveneens 9 met de afbeelding van de koning; dit zouden de meest gebruikte waarden zijn, nl van 1 tot 40 centiem.
-De hoogst voorziene waarde, de 5 fr, zou de dynastie in herinnering brengen,met name het portret van koning Albert 1,in medaillon,omkaderd met het portret van Leopold 1 en Leopold 2.
-Voor de 2 fr wou men de grote economische gebeurtenis van de eeuw in herinnering brengen nl. de kolonisatie van Congo: een officier doet een Arabische slavenhaler terugdeinzen voor de Belgische vlag, terwijl een slaaf zijn ketenen breekt en een negerin een bevrijd kind toont.
-De 1 fr zou de openstelling van de Schelde evoceren; op de voorgrond ziet men de haven van Antwerpen,terwijl tegen de horizon een schip vaart met de tweetalige inscriptie ''schelde bevrijd''.
- De postzegel van 50 c moest onze nationale onafhankelijkheid in herinnering brengen: een vrijwilliger van 1830,gekleed in een blouse, valt gewond terwijl hij de driekleurige vlag aan een andere vechtende overgeeft. Het was een evocatie van de dood van graaf Fréderic de Mérode,dodelijk gewond te Berchem in 1830.
Terwijl men deze nieuwe serie postzegels op punt aan 't zetten was kwam de oorlogsverklaring van augustus 1914 dit werk onderbreken. Het Rode Kruis van België was gemobiliseerd,zoals het leger,en maakte zich klaar om zijn plicht te doen. Om tegemoet te komen aan zijn financiële noden besloot de regering tot de uitgave in allerijl van postzegels met een toeslag, ten voordele van dit humanitaire werk. Een K.B van 30/9/1914 stond de fabricage toe van postzegels van een type dat in voorbereiding was en men liet een reeks van drie postzegels vervaardigen bij een particuliere drukker in Antwerpen, daar het zegelwerkhuis in Mechelen niet beschikbaar was.
Omdat hij het patriotisme van de natie wilde eren was het voorziene onderwerp van de zegel van 50 c,die onze onafhankelijkheid moest in herinnering brengen,volledig geschikt voor het beoogde doel,en men besloot er een serie van 3 postzegels van te maken met toeslag; ziedaar de oorsprong van de emissie van de serie ''Rood Kruis'' ,genaamd de Mérode.

Vergelijking van de bedoelde reeks en de uiteindelijk gedrukte reeks
Gedrukte reeks: Geplande reeks:
  Reeks van 14 zegels,waarvan 7 met de afbeelding van de koning, 3 van vernielde gebouwen, 4 met evocaties.

nr 135 tot 141; 7 waarden 1 c tot 40 c , afbeelding K.Albert 1
nr 142 hallen van Ieper
nr 143 kerk en citadel van Namen
nr 144 50 c Bibliotheek van Leuven
nr 145 1 F Schelde te Antwerpen
nr 146 2 F antislavernij
nr 147 5 F hulde aan 7' regiment te Veurne
nr 149 10 F de eerste 3 koningen van België
  Reeks van 13 zegels waarvan 9 met de afbeelding van de koning, 4 met evocaties.

Afbeelding van K. Albert 1, 9 waarden van 1 tot 40 c.


50 c de Mérode
1 F Schelde
2 F antislavernij
5 F

BIOGRAFIE MAC DONALD

  Naar W. Van Riet
  Sinds 1879 was men in het zegelwerkhuis te Mechelen bezig met het bestuderen van de koperdiepdruk of 'Taille-douce' systeem, o.a. van de firma Maroni Paris, brevetten 'Guy'. Het was de heer Mac Donald van Brussel,gemachtigd door M. Bernard-Paris,toegelaten een machine voor koperdiepdruk te plaatsen in het zegelwerkhuis.Volgens zijn contract met de postadministratie,ondertekend door beide partners op 21/2/1914, werd een pers voor koperdiepdruk van het type ''dujardin'' voor zes maanden op proef geplaatst. Voor de proef met de pers zou de heer Mac Donald, volgens de aanwijzigingen van de administratie, tekeningen van postzegels ontwerpen en een moedergravure maken voor de clichés. Deze clichés werden eveneens gemaakt door Mac Donald,in het zegelatelier te Mechelen.
  De Dujardin pers zou ten laatste op 10/6/1914 in functie komen. Vertragingen in de levering van de onderdelen, zorgden voor steeds meer uitstel tot het uitvoeren van de proeven in koperdiepdruk. Het project werd stilgelegd op 4/08/1914.

  Dhr.John Mac Donald,wonende Boulevard Botanique nr 40 te Brussel,was industrieel en vertegenwoordiger van de koperdiepdrukpersen Dujardin van Parijs. Op 28/05/1913 referrert hij in een brief aan het ministerie naar de levering van een dergelijke drukpers aan de Russische regering en één te Rome aan de ''Stablimento Poligraphico Italiana''.
Na maanden onderhandelingen werd volgend kontrakt met de Minister der Posterijen ondertekend en geregistreert op 28/3/1914:
    ARTIKEL 1 Dhr. Mac Donald verbindt zich ertoe een drukpers voor koperdiepdruk,type Dujardin, ter beschikking te stellen van de postadministratie,voor een proefperiode van 6 maanden,om postzegels te drukken.

    ARTIKEL 2 De drukpers zal begeleid zijn van een 'transfert' machine om de drukplaten te vormen,en alle andere bijhorigheden. De postadministratie levert drie electrische motors nodig voor alle functies van de drukpers.

    ARTIKEL 3:In het vooruitzicht van het proefdrukken van de pers,zal de Heer Mac Donald (volgens indicaties van de administratie) tekeningen voor zegelontwerpen maken en een moedergravure leveren voor reproduktie bestemd voor de drukplaat. Deze clichés zullen in het Atelier van het zegel te Mechelen gemaakt worden door de heer MacDonald.

    ARTIKEL 4: Alle geleverde toestellen,vermeld in artikel 1 en 2, zullen franco naar het zegelatelier gezonden worden. De onkosten worden terugbetaald één maand na de produktie van de formulieren,facturen enz.

    ARTIKEL 5: De montage zal gebeuren door en op kosten van Dhr Mac Donald met het nodige personeel door hem geleverd.

  Na moeilijkheden met de installatie van de drukpers en het achterblijven van de leveringen bevestigde de Heer Mac Donald op 15/7/1914,dat het proefdrukken slechts kon beginnen einde september 1914(dienstschrijven 631) . Het typografisch cliché voor nieuwe postzegels van 1 c,2 c en 5 c, te leveren door de Heer MacDonald was nog niet op punt gezet. De reproductie van de koninklijke beeltenis, gegraveerd in hout, werd in de koperen galvaneo van de kader geplaatst door Mac Donald. Deze behandeling had tot gevolg dat de beeltenis licht beschadigd werd, zodanig toch dat de gelijkenis te wensen over liet. Men moest herbeginnen.
  Onder deze voorwaarden zal de geplande uitgifte van 1 oktober 1914 uitgesteld moeten worden met dezelfde vertraging te tellen vanaf 30/06/1914(dienstschrijven nr 684 van 21 juli 1914.)
  Op 31/07/1914 werden negen proefdrukken in verschillende kleuren van de typografische drukplaat aan de directeur- generaal voorgelegd,met het inzicht de kleur te kiezen voor de drie nieuwe postzegels 1c,2 en 5 c. De uitgifte zou vermoedelijk rond 20/10/1914 kunnen gebeuren.
  Op 4/08/1914 begon de eerste wereldoorlog . De werkzaamheden werden stopgezet en het zijn de clichés met de koninklijke beeltens die beschikbaar waren.Deze typografische clichés werden vermoedelijk gebruikt voor de rode kruisreeks,maar dan in steendruk bij drukkerij Verschueren te Antwerpen,na aanmaak van de moederplaat via de fotografische methode. Enkel de waardeaanduidingen moesten gewijzigd worden,met li het rood kruis.
  Het tweede ontwerp van Mac Donald nl ''standbeeld de Mérode'' was beschikbaar als tekening. Het werd in de kader geplaatst volgens hetzelfde procédé als de kleine Albert reeks. Onderaan stond Li en Re een wapenschild met heraldieke leeuw,vervangen door rood kruis en waardecijfer.

  De uitgifte 1/1/1915 nr 132-133-134 heeft identieke clichés van de kader als de Mérode uitgifte . De zeven laagste waarden van de uitgifte van 15/01/1918 hebben ook hetzelfde kadermotief.

In dit deel proberen wij een overzicht te geven van de ontwerpen van MacDonald met enkele opmerkingen.
Door de oorlogsomstandigheden heeft hij zijn werk op verschillende plaatsen moeten verrichten, maar is wel steeds trouw gebleven aan zijn oorspronkelijke ontwerpen.
De indeling hieronder is gebaseerd op de verschillende werkterreinen en de daar ontstane zegels.

1) ZEGELWERKHUIS TE MECHELEN.
Van februari 1914 tot augustus 1914 was Mac Donald werkzaaam in Mechelen met een dubbele opdracht:
  a) Als vertegenwoordiger van de firma Maroni-Paris moest hij een nieuwe koperdiepdrukpers promoten.
b) Als graficus moest hij een nieuwe serie postzegels ontwerpen met de beeltenis van de koning en een aantal andere onderwerpen, welke op deze pers zouden worden gedrukt.
Van deze ontwerpen waren er twee in een vergevorderd stadium van ontwikkeling bij het uitbreken van de oorlog, welke in DIEPDRUK zouden worden gerealiseerd.
  a) AFBEELDING VAN KONING ALBERT 1
    Stess nr B122 is de meest uitgewerkte versie van dit thema met
    - beeltenis van de koning kijkend naar links
- omlijsting met 2 vierkantjes aan de onderzijde voor het plaatsen van de waardecijfers.
  b) STANDBEELD de MÉRODE
    Stess nr B 186-227 gemaakt in diepdruk, dus te Mechelen.Stess nr B 216-223 was de definitieve versie zoals ze gemaakt is te Mechelen:
    - waardecijfers in cartouches onderaan en bovenaan.
- standbeeld kijkt naar links.
- Q practisch gesloten.

2) ANTWERPEN.
Na de Duitse inval ondervond men de nood om postzegels met toeslag voor het Rode Kruis te produceren,
waarvoor men de ontwerpen van MacDonald, die reeds in een vergevorderd stadium waren, ging aanpassen
en drukken bij Verschueren.
  a) AFBEELDING VAN KONING ALBERT 1
In de catalogus Stess vinden we proeven waarbij het rood kruis met de hand geschilderd werd onderaan in de oorspronkelijke 2 lijsten waar de waardecijfers zouden komen.
Blijkbaar waren er twee mogelijkheden:
    - Rood kruis geschilderd in de 2 waardelijsten. Stess B124
- Rood kruis geschilderd in de rechter waardelijst. Stess B 126 Deze aanpassingen werden gedaan op zegels geproduceerd in diepdruk.
  b) STANDBEELD de MÉRODE
    Op een gelijkaardige manier ging men te werk bij de Merode reeks.
    Stess B 224: het cijfer 50 in de onderste waardelijsten werd met de hand door een rood kruis overschilderd.
Stess B 215: de onderste waardelijsten werden door een bruin vlak opgevuld.
Stess B 216: de onderste waardelijsten bevatten een met de hand geverfd rood kruis op bruine achtergrond.
Uiteindelijk ging men dan over tot het drukken in STEENDRUK van de 3 waarden kleine Albert en Merode zegels.

3) ENGELAND
  A) Waterlow Bros & Layton Ltd 2/01/1915 STEENDRUK
Na de val van Antwerpen trok MacDonald naar Engeland, waar een nieuwe reeks rode kruis zegels werd geproduceerd :
    Type 1:
niet-goedgekeurd
Omlijsting afkomstig van de Merode zegel met gesloten Q = type 3 van de Merode zegel.
Middenstuk met beeltenis van koning Albert 1 van de 1914 uitgifte.
    Type 2:
goedgekeurd
Omlijsting van het type 2 van de Merode zegel met open Q.
Grotere beeltenis van koning Albert.
 
B) Waterlow and Sons 15/10/1915 BOEKDRUK
De zegels van 1c tot en met 25 c van deze reeks met beeltenis van koning Albert 1 werden gemaakt op basis van het ontwerp van MacDonald van 1914 met volgende verschillen:
 
type 1914:
type 1915:
Beeltenis naar rechts op gearceerde achtergrond.

Zegel is hoger.

De twee krullen in de bovenhoeken raken de omranding niet.

Onder de bovenste versieringen is er een reeks van vier parels.
Beeltenis naar links op een horizontaal gestreepte achtergrond.

Het bovengedeelte werd verkort.

De twee krullen in de bovenhoeken raken de omranding.

De vier parels zijn verdwenen.

BIOGRAFIE GRAAF DE MÉRODE EN STANDBEELDBESCHRIJVING


de Mérode louis,Fréderic,Ghislain ( Maastricht 9/06/1792-Mechelen 04/11/1830),behoorde tot een hoogadelijk geslacht uit het prinsbisdom Luik. Hij huwde in 1811 met de dochter van de franse graaf Ducluzel,en woonde in Frankrijk. Na de terugkeer van Napoleon van het eiland Elba, nam hij dienst als vrijwilliger in het grenadierskorps van het Franse Koninklijk Huis. Bij de Belgische Revolutie in 1830 kwam hij terug naar België. Hij werd vrijwilliger en aanvoerder van het Belgisch leger dat streed tegen de Hollandse legers in oktober 1830. Hij werd getroffen door een kogel in het rechter dijbeen bij de gevechten aan het Posthof te Berchem-Antwerpen op 24/10/1830. Pas s'anderendaags daagden twee heelmeesters op die overgingen tot het afzetten van het gekwetste been. Ten gevolge van deze kwetsuur overleed de graaf de Mérode in het legerhospitaal te Mechelen. In 1905, toen het 75-jarig bestaan van Onafhankelijk België werd gevierd, werd door de gemeente Berchem een standbeeld voor graaf de Mérode opgericht . Het is een werk van Josué Dupon, welke o.a. ook verscheidene dierenfiguren maakte in de Zoo van Antwerpen. Het beeld stelt de graaf voor op het ogenblik waarop hij, gekwetst, ondersteund word door twee Belgische vrijwilligers. Op de zijvlakken van het voetstuk ziet men episoden uit de strijd, en voor het voetstuk ligt de Belgische leeuw. Daarbij een bord met de woorden '' België Vrij''.

Technische kenmerken van de zegels


ALGEMEENHEDEN
  type: standbeeld de Mérode
ontwerp:Mac Donald
steendruk: J.Verschueren te Antwerpen
Uitgiftedag : zaterdag 3/10/1914
Tanding:14
Vel: 75 zegels in drie panelen van 25
Einde gebruiksstelling: 14/08/1920
Frankering: enkel geldig in het binnenlands verkeer
Restanten: verbrand in de zegeldrukkerij te Mechelen 1928

STEENDRUK

Lithografie of steendruk, ook 'schrijven op steen', werd ontwikkeld en voor het eerst toegepast door Alouis Senefelder in het jaar 1798. Het is een vlakdrukprocédé, d.w.z. dat de drukkende en niet-drukkende beelddelen naast elkaar in gelijke hoogte op de oppervlakte van de steen liggen. Dit procédé geeft een zeer hoge mate van nauwkeurigheid van weergave, en is de voorloper van de Offsetdruk.
De gebruikte steen is een licht-poreuze kalksteen, die gemakkelijk water opneemt en o.a. wordt gevonden in Italië,Oostenrijk. De blauw-grijze stenen zijn het hardst en zeer geschikt voor het fijn lijnwerk. De stenen moeten aan beide zijden vlak zijn, tamelijk dik zijn (6 à 10 cm) en altijd aan alle zijden zo'n 4 cm groter dan de tekening die erop moet komen te staan. Een nieuwe of gebruikte steen kan worden geslepen, om deze te prepareren voor gebruik, b.v. door twee stenen over elkaar te wrijven, of de steen te bewerken met een steenvijl. Voor het gebruik van lithografische inkt is een zeer gladde steen gewenst, polijsten is dus nodig.
Het aanbrengen van een afbeelding gebeurt als volgt: het principe berust op de elkaar afstotende werking van water en vet. Een vet gedeelte van een vlak neemt geen water aan,en een nat gedeelte houdt geen vet. De delen van de steen die zullen afdrukken zijn met vet bewerkt. Dit vet kan op allerlei manieren worden opgebracht bv met speciaal voor dit doel vervaardigde stiften, krijt, inkt, autografisch.
Na de betekening van de steen zou deze eigenlijk direct afgedrukt kunnen worden; in de praktijk blijkt echter, dat de vette gedeeltes van de steen, die de afdruk opleveren, iets gaan uitlopen, waardoor het beeld snel aan duidelijkheid verliest. Daarom moet de steen geprepareerd worden. Dit zorgt ervoor,dat de vette gedeeltes van de steen niet gaan uitlopen in de rest van de steen,en nog beter water zullen afstoten.Anderzijds zullen juist de niet-vette gedeeltes na het prepareren beter water kunnen opnemen. De tekening word TEN EERSTE beschermd door er harspoeder over aan te brengen; TEN TWEEDE wordt de steen geëtst om het vet beter in de steen te doen trekken en de niet-vette gedeeltes beter water-opnemend te maken. Dit gebeurd met Arabische gom, salpeterzuur,en water.Hierdoor word op de steen een onoplosbaar laagje aangebracht waardoor hij beschermt word tegen alle vetsubstanties, zodat zich op de delen die onbedrukt moeten blijven,geen drukinkt zal hechten. TEN DERDE de tekening wordt versterkt door de Arabische gom te laten drogen en dan de inkttekening uit te wassen met terpentine of petroleum. Door deze behandeling kan de hele tekening verdwijnen of enkel als een lichtbruine vorm te zien zijn. Het vet van de tekening is volledig in de steen getrokken.Na het inkten komt het beeld weer terug.
Het vette gedeelte van de steen kan nu de vette inkt aannemen,en het schone gedeelte van de steen niet, mits het goed nat gehouden word.

Meerkleurendruk

Eenzelfde aantal stenen worden gebruikt als het aantal kleuren dat je gaat gebruiken, waarbij de stenen als het enigszins kan van dezelfde maat moeten zijn.
Pasnaalden zijn stevige, tamelijk grote( circa 6 cm) naalden, waarop men aan de achterkant, de kant met het oog, een stuk kurk of hout prikt. Verder brengt men paskruisen aan buiten het beeldvlak, welke dienen om de kleuren bij het afdrukken "in register" ofwel sluitend te krijgen.
De methode is als volgt: vóór het drukken van de volgende kleur,eerst met een priem een gaatje in de steen maken op de plaats van de paskruisen. De tweede steen in de gekozen kleur inrollen. Men neemt dan de afdruk in de eerste kleur ( die goed droog moet zijn) en maak een gaatje in de mee afgedrukte paskruisen. Dan de pasnaalden door de gaatjes in de achterkant van de afdruk steken, en aan weerszijden van de afdruk in het gaatje van de steen steken, dan het papier laten zakken op de steen. Dan de tweede kleur afdrukken na eerst de pasnaalden te hebben verwijderd.

Omdruk of Autografie

Hiermee bedoeld men het overdragen van het kleurbeeld van een reeds bestaande drukvorm op steen om deze als vlakdrukvorm te prepareren en af te drukken. In principe komen hiervoor alle drukvormen,waarvan men met vettige drukverf afdrukken op autografisch papier maken kan, in aanmerking. Zowel hoog-, diep-, en vlakdrukvorm als doordrukvormen, manueel of machinaal gemaakt, zijn hiervoor geschikt. Autografisch papier was aan één zijde zodanig behandeld dat het geen vet opneemt, zodat de tekening die erop wordt aangebracht niet in het papier kan dringen.
Als een klein beeld op een lithosteen in grote oplage moet gedrukt worden, b.v. etiketten of postzegels, kan men dit op een grote steen zo dikwijls als gewenst herhalen, om dan op een grote pers snel de oplage te behalen.
De procedure van het omzetten van een diepdruk-afbeelding kon op de volgende manier gebeuren: men drukte de ets verschillende malen apart af , dan knipte men de afdrukken uit en werden ze naast elkaar geplakt. Daarna werd een omdruk gemaakt via autografisch papier.
Op het autografisch papier werkte men meestal met een positieve afbeelding, welke negatief werd bij het overbrengen.
Een druksteen liep steeds een risico op breuk bij het drukken,daarom kon men ook van de originele steen een omdruk maken, welke dan gebruikt werd voor het drukken.

Het machinaal drukproces.

Het aandrijfwiel brengt de marmeren wagen waarop in het midden de steen ligt, met ervoor de inkttafel en erachter de vochttafel, in beweging.Op diezelfde horizontale lijn staan de inktbak, het inktwerk, de inktrollen, de vochtrollen en het vochtwerk.Naargelang de dikte van de steen word deze met stelschroeven op dezelfde hoogte gebracht als de vocht- en inkttafel.
De inkttafel gaat van de inktbak naar het inktwerk,en vandaar naar de inktrollen. De steen komt beurtelings in aanraking met de inkt-en de vochtrollen.Deze laatste bevochtigen de steen, waarna de cilinder het door de 'margeur' of 'inlegger' ingelegde papier meevoert en het op de steen, die pas door de inktrollen werd ingeinkt,drukt. De inlegger neemt een los vel papier van een stapel, legt deze op de machine, waarna deze automatisch in de machine wordt getrokken via een cilinder met uitsteeksels,vandaar de 'trekpunten' in de rand van het vel.

De productiesnelheid.

Bij een goed draaiende pers haalde men tussen 300 en 500 vellen per uur, ongeveer 1 vel per 7 seconden.

OPLAGE

Er bestaat geen zekerheid over de juiste oplage, de gegevens hierover zijn verloren gegaan door de oorlogsomstandigheden. Daarom vermelden we hieronder enkele cijfers met vermelding van de bron.
Voorziene oplage:
5c:
600.000
 
10c:
600.000
 
20c:
75.000
 
Officiele Belgische Catalogus.
5c:
23.214
   Waarschijnlijk betreft het hier de te Antwerpen verkochte aantallen.
10c:
14.650
 
20c:
8.663
 
Momenteel vermeld de catalogus een ander aantal,nl overeenkomend met de cijfers van het Rode Kruis.
schatting van Soebert:
5c:
24.000
 
10c:
30.000
 
20c:
12.000
 
Rode Kruis:
5c:
150.000
   Waarschijnlijk zijn dit de aangemaakte aantallen,niet de verkochte.
10c:
150.000
 
20c:
50.000
 
Eigen verzamelingen:
5c:
1305
 
10c:
2065
 
20c:
536
 

TANDING :

Kamtanding.

De kamtanding is de meest gebruikte tanding en wordt gemaakt met een apparaat gelijkend op een kam met een lange zijde en verschillende korte zijden, welke rechthoekig op de lange zijde geplant zijn. Het perforeert drie zijden tegelijk,op die manier een openstaande rechthoek vormend, de vierde kant word geperforeerd door de herhaalde beweging van de kam. Het te perforeren blad of bladen wordt vastgelegd in de automatische tandingmachine waarbij de kruisen in de bladranden als richtingspunt dienen. Drie zijden van de zegel worden dus met één slag geperforeerd, dus bijvoorbeeld boven of onder en aan de twee zijkanten, of aan één zijkant plus boven en onder. Bij de volgende slag van deze kam worden dan weer drie zijden van de volgende rij postzegels alsmede de overgebleven zijde van de voorafgaande rij geperforeerd.Hierdoor komen de hoeken precies op hun plaats te zitten. Soms is er een speling tussen de kamperforaties van de opeenvolgende rijen postzegels, en dat kan leiden tot een ''dikke tand'' die altijd aangeeft in welke richting de kamtanding gewerkt heeft.Bij een volledig vel ziet men steeds de perforaties van de korte zijden in de velrand.

PAPIER :

Het papier is speciaal aangepast aan het drukprocédé, nl steendruk. Het papier moet bijzonder zacht zijn, de lijm mag niet te sterk zijn, maar moet wel zo krachtig zijn dat bij het drukken met de trekkrachtige steendrukinkt geen papierstofdeeltjes worden losgerukt. Belangrijk is een goede stijfheid van het papier, d.w.z. uitzetting en inkrimping van het papier moeten minimaal zijn bij druk.Handgeschept papier heeft de beste eigenschappen daar dit geen uitzetrichting heeft; Onder invloed van vocht gaat het zich in alle richtingen gelijkmatig uitzetten.

RANDOPSCHRIFTEN EN RANDTEKENS

DEPOT-stempel
Dépot 1914 in kader . Deze stempel werd gezet als bewijs dat het gedrukte vel was goedgekeurd en opgenomen in depot. De stempel werd niet steeds op dezelfde plaats gezet, en kan voorkomen recht in de rechter onderhoek, recht in de linker onderhoek, omgekeerd in de linker bovenhoek, omgekeerd in de rechter bovenhoek, boven het midden van het vel.

PASKRUISEN

Dit zijn kruisjes geplaatst in de velranden en doen dienst als richtpunten voor de tandingmachine.
Vellen van 5c:
   Kleur groen
   
Vellen van 10c:
   Kleur rood
 
Vellen van 20c:
   Kleur paars
 
Aan de hand van de paskruisen kan men het paneel van de 10 c en 20 c herkennen. Het LINKER paneel heeft paskruisen in de li velrand,bovenrand en onderrand. Het MIDDEN paneel heeft kruisen in boven-en onderrand. Het RECHTER paneel heeft kruisen in boven-en onderrand en in de re velrand .Bij de panelen van de 5 c is dit niet zo, om ons nog onbekende redenen.
Alle drie de panelen hebben enkel kruisen in de onder -en bovenrand.

'TREKKEN'

Dit zijn kleine ronde puntjes, voorkomend in de velranden aan de zijkanten, volledig geperforeerd of enkel verheven van de achterzijde van het blad naar het zegelbeeld toe, veroorzaakt door het "trekken" van een getande rol welke het papier in de drukmachine trekt.
   Aantal: 5 in linker en rechter velrand.
   plaatsing: 7 mm naast de zegel
   Afstand tussen de "trekken": meestal 4,6 cm soms 3,6-3,8 cm.

VOLLEDIG VEL

Poging tot reconstructie van de afmetingen van het volledig vel aan de hand van een artikel van Soebert.

Voorafgaandelijk willen wij opmerken dat er afwijkingen kunnen voorkomen in de breedte van het vel en wel om drie redenen:
1) Het te bedrukken papier werd afgesneden van een groter vel (rol?) wat afwijkingen kan geven.
2) Bij het drukken kan de papierinvoer een lichte speling vertonen, en de panelen worden niet op exact dezelfde plaats afgedrukt.
3) De bedrukte vellen werden op elkaar gelegd en in bundel versneden, wat afwijkingen kan geven doordat de onderste vellen verschoven. >

In de Revue du collectionneur-spécialiste blz 206-207 vinden we onderstaande afbeelding:


Het gaat hier over een vel zogenaamd 'drukuitschot', een reeds gedrukt vel papier met de kleine Albert zegels dat ten tweede male werd gebruikt bij het in gang zetten van de drukmachine .
Blijkbaar had deze enkele drukgangen nodig vooraleer perfecte vellen te produceren, waarvoor men reeds gedrukte (en afgekeurde?) vellen gebruikte om papier te sparen.
Het betreft hier een deel van paneel 2 en paneel 3 van de 5 c Mérode zegel, met een tussenpaneelafstand van 3,6 cm.
Wij vermelden nu een aantal metingen, uitgevoerd op de in ons bezit zijnde volledige vellen zegels.
-5 c paneel 1:
li zijrand : 14 mm 3 maal, 13 mm 2 maal.
re zijrand: 14 mm 3 maal, 13 mm 2 maal.
totale breedte van het vel 16,2 cm 5 maal, met steeds een breedte van het zegelbeeld van 13,4 cm.
5 c paneel 2 :
li zijrand : 14 mm 6 maal, 13 mm 1 maal 11 mm 1 maal.
re zijrand 14 mm 4 maal, 13 mm 3 maal, 21 mm 1 maal.
totale breedte 16,2 7 maal 16,6 cm 1 maal, met steeds een totale breedte van het zegelbeeld van 13,4 cm.
5 c paneel 3:
li zijrand: 12 mm 1 maal, 13 mm 2 maal, 14 mm 5 maal, 15 mm 1 maal.
re zijrand: 13 mm 7 maal, 14 mm 1 maal, 15 mm 1 maal, 19 mm 1 maal, 21 mm 1 maal.
totale breedte van het vel 16,1 mm 3 maal, 16,2 cm 6 maal, 16,6 cm 2 maal, met steeds een zegelbeeldbreedte van 13,4 cm.

Gaan we uit van een maximale breedte van de li zijrand van paneel 1 van 1,4 cm , een breedte van het zegelbeeld van 3 maal 13,4 cm, een interpaneelafstand van 2 maal 3,6 cm en een maximale breedte van de re zijrand van paneel 3 van 2,1 cm
dan komen we tot de volgende berekening: 1,4+13,4+3,6+13,4+3,6+13,4+2,1 cm = 50,9 cm

Hieronder volgen de metingen en dezelfde berekening voor de 10 c .Opvallend zijn hier ook de nog grotere verschillen tussen de vellen. Blijkbaar werden de verschillende panelen niet exact gelijk uitgesneden.
10 c paneel 1:
li zijrand: 13 mm 2 maal, 16 mm 5 maal, 17 mm 1 maal.
re zijrand 12 mm 1 maal, 13 mm 5 maal, 14 mm 1 maal, 15 mm 1 maal.
totale breedte : 15,9 mm 1 maal, 16,3 mm 5 maal, 16,4 mm 1 maal, 16,5 mm 1 maal. Totale zegelbreedte 13,4 cm.
10 paneel 2:
li zijrand 14 mm 4 maal, 15 mm 7 maal.
re zijrand 11 mm 3 maal, 14 mm 7 maal, 16 mm 1 maal.
totale breedte16,3 mm 10 maal, 16,4 cm 1 maal. Totale zegelbreed 13,4 cm.
10c paneel 3:
li zijrand: 14 mm 1 maal, 15 mm 1 maal, 16 mm 6 maal.
re zijrand:13 mm 6 maal, 14 mm 1 maal, 15 mm 1 maal.
totale breedte: 16,3 mm 7 maal, 16,4 mm 1 maal.Totale zegelbreedte 13,4 cm.

Gaan we uit van de maximale breedte van de li zijrand van paneel 1 van 1,7 cm, een breedte van het zegelbeeld van 3 maal 13,4 cm, een interpaneelafstand van 2 maal 3,6 cm en een maximale breedte van de re zijrand van paneel 3 van 1,5 cm
dan komen we tot volgende berekening : 1,7+13,4+3,6+13,4+3,6+13,4+1,5 =50,60 cm

Volledigheidshalve geven we nog de metingen van de volledige vellen van 20 c in ons bezit:
20 c paneel 2: li zijrand 15 mm; re zijrand 15 mm; totale velbreedte 16,4 cm.
20 c paneel 3: li zijrand 15 mm; re zijrand 15 mm; totale velbreedte 16,4 cm.

Met verregaande extrapolatie zouden we dan volgend resultaat krijgen:
Li zijrand paneel 1 15 mm, 2 maal de interpaneelafstand van 3,6 cm, 3 maal het zegelbeeld van 13,4 cm, re zijrand van paneel 3 van 15 mm: 1,5+13,4+3,6+13,4+3,6+13,4+1,5 =50,40 cm

Hieronder tonen wij een gelijkaardig stukje drukoverschot met een andere plaatsing van de hoogste waarde van de Mérode zegel t.o.v. de 5 c kleine Albert. Opmerking: de Mérode zegels zijn hier over de kleine Albert zegels heen gedrukt; Blijkbaar werden de zegels in verschillende drukgangen geproduceerd, eerst een deel Mérode en kleine Albert zegels om de postkantoren te bevoorraden op 3 oktober 1914, de dag van uitgifte. Later werden dan nog aantallen bijgedrukt om de voorziene oplage te produceren, vermits men nog aan het drukken was op 7 oktober, de dag dat de beschieting van Antwerpen begon.

Proefdrukken
(Catalogus Stes uitgave 2001)


Ontwerptekeningen


AFBEELDING 1

nr 1 in de re benedenhoek
Afmetingen papier : 20,5 cm op 22,5 cm
                           tekening: 10,4 cm op 13,7 cm
Houtskool of vettig potlood op tekenpapier met grove korrel.
Opgebouwd langs verschillende driehoekvormige lijnen. Pieté houding van de figuren.
Er zijn op deze tekening vier figuren zichtbaar :
   - vaandeldrager
   - soldaat met een geweer die kijkt naar soldaten (staande en       liggende) in het rechter benedenveld
   - onduidelijke figuur die de Mérode ondersteunt
   - de Mérode

Opmerkelijk is de contrastwerking in de figuren, waarbij de Mérode lichter getekend is. We mogen besluiten dat dit een compositie-, perspectief- en contraststudie is.

AFBEELDING 2 nr 2 in de re benedenhoek
Afmetingen papier : 20,1 cm op 24,6 cm
                           tekening: 10,3 cm op 13,5 cm
Potloodtekening op tekenpapier met grove korrel.
Opnieuw de verschillende driehoeken en de lichtere centrale figuur.
Vier figuren:
   - de vlaggedrager kijkt naar de Mérode
   - soldaat met geweer
   - de Mérode zit rechter dan in afbeelding nr 1
   - nog steeds een vierde figuur die nu beter uitgewerkt is

AFBEELDING 3

Twee tekeningen op één blad.
Afmetingen papier : 22 cm op 28 cm
                           bovenste tekening: 10,1 cm op 11 cm
                           onderste tekening: 11 cm op 12 cm
Potloodtekening op dik grofkorrelig papier.
Kleine detailtekeningen in de rechter rand.
De bovenste tekening is over een eerder ontwerp, lijkend op nr 1 en nr 2, heengetekend.

AFBEELDING 4

Definitief ontwerp van de zegel.
Afmetingen papier : 16 cm op 19,1 cm
                           tekening: 14,8 op 16,1 cm
Pentekening en gewassen penseel in oost-indische inkt op karton.
In de randen willekeurige prikgaatjes van duimspijkers? In ieder geval geen richtpuntjes vermits ze willekeurig zijn geplaatst.
Potloodlijntjes zijn zichtbaar o. a. voor de plaatsing van de schilden met cijfers, ook in de cijfers zelf bevinden zich horizontale en verticale lijntjes.



AFBEELDING 5

Fotocopie van ? Opmerkelijk: links: 50 centimen rechts: 50 centimes

AFBEELDING 6

Dik karton.
Afmetingen papier : 16,5 cm op 21 cm
                           tekening: 11 cm op 13,3 cm
Pentekening en gewassen penseel.
Bevestigingsgaatjes in de randen en potloodlijntjes als referentiepunten o. a. in de cijfers.

AFBEELDING 7

Dik karton
Afmetingen papier : 16,1 cm op 21 cm
                           tekening: 9,9 cm op 12 cm
Verder identiek als afbeelding 6.

Bij afbeeldingen één,twee en drie stellen wij ons de vraag of dit werkelijk tekeningen van Mac Donald zijn . Waarom immers zou hij compostie-en lichtstudies maken met zelfs vier figuren terwijl hij toch het standbeeld te Berchem als voorbeeld kon nemen? Was het de bedoeling om een andere voorstelling te gebruiken ? Of zijn deze afbeeldingen eerder ontwerptekeningen van Josué Dupon voor het standbeeld?
Veel vragen, waar gaan we de antwoorden vinden?

Ongetanden


Blijkbaar werden er sinds de invoering van de tanding van elke waarde van nieuw-uitgegeven postzegels een blad van 100 of 50 zegels vervaardigd ,niet getand, welke werden opgestuurd naar het Ministerie van Spoorwegen,Post en Telegrafie.
Deze zegels waren niet bedoeld om verkocht te worden aan het publiek, en geen enkele werd ooit verkocht in de postkantoren.Zij waren bedoeld als cadeau door de minister aan officiele personnages,die ernaar vroegen: ministers,senatoren,hoge buitenlandse personaliteiten,tegen één exemplaar per aanvraag. Maar het blijkt dat sommigen hun zegels cadeau deden aan verzamelaars, die deze zegels verkochten voor de winst.

Herdruk


In 1929 werd er van de 50 c de Mérode zegel een herdruk gemaakt op een ministervelletje, uitgaande van de toen nog bestaande originele moederplaat.
De reden hiervoor zou een vraag van postmusea in andere landen kunnen geweest zijn, welke afdrukken van Belgische postzegels vroegen om hun collectie aan te vullen.

Een ministervelletje is een vel papier van 150 x 175 mm, voorzien van een droogstempel in de rechter benedenhoek (standpunt van de kijker) met de tekst:
Ministére des chemins de fer, Marines, postes et télégraphes Ministerie van spoorwegen, zeewezen,posterijen en telegrafie.
Deze velletjes werden meestal genummerd van 1 tot 18 in de linker bovenhoek en waren bedoeld om gegeven te worden aan de koning, de koninklijke familie en zijn ministers, waarbij de koning nr 1 kreeg, en de volgende in orde van belangrijkheid. Er zijn ook velletjes bekend zonder nummer.
Vanaf de eerste zegels van Belgié werden deze ' ministervelletjes' gemaakt (maar tijdens de oorlogsjaren 1914-1918 en 1940-1945 komen zij niet voor .)

Kenmerkend voor de hier afgebeelde zegel is het volgende:
1) De zegel werd op het laatste moment afgekeurd wegens de verkeerde spelling van het Nederlandse woord "centiemen" .
2) De afbeelding van de groep figuren is gericht naar rechts.
3) De afdruk van de zegel is omgeven door "zwarting" , d.w.z. schaduwen in de achtergrond.

Keuring


In de tientallen jaren dat we reeds met vooral de de Mérode reeks bezig zijn, heeft het ons steeds verwondert hoeveel valse zegels er aangeboden worden door handelaars en op (zelfs gereputeerde) veilingen.
Zelfs de relatief eenvoudig herkenbare vervalsingen met gesloten Q in BELGIQUE worden als echt aangeboden, hoewel ze duidelijk in de officiéle Belgische catalogus worden vermeld. Meestal refereert men dan naar de zogenaamde "tweede druk van Antwerpen" , terwijl de vervalsing met open Q als "derde druk van Antwerpen" word beschreven.

Wat is hiervan de reden?
- Er zijn zo weinig echte zegels dat handelaars ze niet steeds kunnen aanbieden en moeilijk aan de vraag kunnen voldoen.
- Vele verzamelaars zijn te snel tevreden en willen graag de voorgedrukte kaders in hun albums vullen, zonder zelf te gaan zoeken naar echte zegels.

Waarom beschouwen we de twee vervalsingen niet als postzegels en hoe komen we aan de criteria van de echte zegels ?
1) Enkel postzegels gedrukt op de originele drukstenen onder toezicht van controleurs van de post met de bedoeling als frankering te dienen? zijn echte zegels. Zij werden verdeeld onder de postkantoren en gebruikt voor het frankeren van echt gelopen poststukken. Bovendien werd per zegel een toeslag uitgekeerd aan het Rode Kruis.


2) Om de criteria van echtheid vast te stellen vertrekken we best van echt gelopen stukken, waar we rekening kunnen houden met alle controleerbare factoren om de echtheid van de brief en dus ook van de zegels te kunnen vaststellen.
Met de echtheidskenmerken vastgelegd door Vervisch en medewerkers kunnen we dan de afzonderlijke zegels gaan beoordelen en nieuwe criteria vaststellen bv van gom en plaatsing in het vel. Hierdoor kunnen onomstotelijk de echte zegels worden onderscheiden , wel met uitzondering voor de 10 c kleine Albert.

Hieronder volgt DE KEURINGSBOOM VOOR DE DE MÉRODE ZEGEL

Zegels en plating


PLAATRECONSTRUCTIE

Door minieme verschillen in elke zegel kan men de juiste plaats van de zegel in het vel bepalen .
Werkwijze:
  1) opzoeken van de mimieme afwijkingen op de zegel.
2) is deze afwijking constant? m.a.w. zijn dit toevallige drukafwijkingen of constant terugkerende op een aantal zegels met dezelfde fout op dezelfde plaats.
3) het bepalen van de plaats in het vel aan de hand van hoekzegels, paren, strips.

Toepassing op de Mérode reeks:
De 5c en 20c werden gedrukt in 2 kleuren, gedrukt in twee drukgangen; In elk van de twee kleuren kunnen vaste afwijkingen gevonden worden. De rode kruisen van de 5c en 20c zijn met dezelfde drukplaat gedrukt, dus als we een roodgekleurde constante afwijking vinden op de 5c, moet deze afwijking ook voorkomen op de overeenstemmende zegel van de 20c. Van deze omstandigheid kunnen we dus gebruik maken om 20c zegels te platen langs onrechtstreekse weg, vertrekkend van een gekende fout op een 5c.
Maar verschillende fouten zijn eerst ontstaan tijdens het drukken, en komen derhalve niet voor op beide waarden. Bv de variëteit 'rode rechthoek' komt alleen voor op de 5c, dus werd de 20c eerst gedrukt, waarna een"kras" werd gemaakt bij het terug opstellen of verwijderen van de drukplaat , welke de afwijking op de 5 c geeft,die dan wel constant aanwezig blijft.
De plating van de Mérode reeks is volledig te danken aan het monnikenwerk van André ; Enkele zegels van de 20 c ontbreken nog, maar hij is nog steeds naarstig op zoek.

Formaat


DE ECHTE 5 C : DE HOOGTE

PANEEL 1 : - 13 zegels groot formaat 3,45 cm :
1, 2, 3, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14 en 15.
  - 11 zegels middelmatig formaat 3,43 cm :
4, 5, 16, 17, 18, 19, 21, 22, 23, 24 en 25.
- 1 zegel klein formaat 3,41 cm :
20.
PANEEL 2 : - 12 zegels groot formaat 3,45 cm :
2, 3, 4, 5, 7, 8, 9, 10, 11, 13, 14 en 15
  - 9 zegels middelmatig formaat 3,43 cm :
1, 6, 12, 18, 19, 20, 23, 24 en 25
- 4 zegel klein formaat 3,41 cm :
16, 17, 21 en 22.
PANEEL 3 : - 15 zegels groot formaat 3,45 cm :
1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14 en 15
  - 10 zegels middelmatig formaat 3,43 cm :
16, 17, 18, 19, 20,21, 22, 23, 24, 25

BESPREKING IN DETAIL.

Paneel 1 positie 3 en 4.
Positie 4 is korter; Bovendien is de afdruk op de lithografische steen, achtergelaten door één van de originele moedergravures, schuiner in positie 4 in vergelijking met positie 3.

Paneel 1 positie 14.

Positie 14 is een groot formaat afbeelding. Een volledig vel van de echte 5 c De Mérode bevat 40 zegels groot formaat. 2 moedergravures groot formaat zijn gebruikt om de lithografische steen van de 5 c te maken : een originele moederplaat met punt op het kostuum (type 1) en een originele moedergravure zonder het punt op het kostuum (type 2).
Op een volledig vel van de 5 vinden we 40 groot formaat zegels waarvan 17 van type 1 en 23 van type 2.

Paneel 1 positie 20.
1) Paneel 1 bevat één enkele Mérode 5 c van klein formaat in positie 20 ( hoogte 3,41 cm van kaderlijn tot kaderlijn ). Paneel 2 heeft er 4 ( posities 16,17,21,22 ). Paneel 3 heeft er geen.
2) De vijf afdrukken van deze klein formaat zegels zijn op de lithografische steen gezet met één enkele en dezelfde originele moedergravure. Inderdaad, deze 5 zegels hebben dezelfde hoogte, maar ook het punt op het kostuum van de Mérode en de 5 links die bevlekt is met puntjes is hetzelfde in de 5 gevallen. Gedurende de bewerking van de steen ( of tijdens het drukken) zijn er variëteiten ontstaan, welke het toelaten de vijf zegels te onderscheiden. De originele moedergravure klein formaat is dus vijf maal gebruikt.

Paneel 2 posities 17 en 18.
Positie 17 : klein formaat (3,41 cm).
Positie 18 : gemiddeld formaat (3,43 cm).
Het verschil in hoogte is 0,2 mm. Dit verschil is gemakkelijk meetbaar en zichtbaar met het blote oog.
Opmerking: 2 originele moedergravures middelmatig formaat zijn gebruikt voor de realisatie van de lithografische plaat van 5 c : een originele moedergravure met een punt op het kostuum ( type 1) en eentje zonder punt op het kostuum (type 2). Op een vollledig vel 5 c zijn er 30 zegels van middelmatig formaat ; hiervan zijn er 15 van type 1 en 15 van type 2.

OPMERKINGEN
1) De plaatsing van de grote, middelmatige en kleine formaten in een volledig vel is volledig willekeurig en komt niet overeen met enige mathematische volgorde. Deze volkomen willekeurige plaatsing is en zal blijven één van de grote mysteries van de studie van de aanmaak van de lithografishe steen van de de Mérode zegel.
2) Merken we op dat de klein formaat zegels steeds geplaatst werden naastmiddelmatig formaat zegels en nooit naast groot formaat zegels.Tussen groot en klein formaat heeft de samensteller van de steen middelmatig formaat zegels gezet. Dus de zogenaamd willekeurige positionering is bedoeld door de ontwerper. Het hoogteverschil tussen groot en klein formaat is 0,4 mm. Indien men een zegel van 3,45 cm naast een zegel van 3,41 cm plaatste , dan zou het hoogteverschil te hard opvallen en zou het estethisch uitzicht van de panelen hieronder geleden hebben.
3) De verschillende moedergravures werden één voor één gebruikt voor de aanmaak van de lithografische steen ( dus geen overdraagblokken van naast elkaar gelegen moedergravures). 75 afdrukken werden één voor één op de lithografische steen gezet.

DE ECHTE 5 C : HET PUNT OP HET KOSTUUM VAN GRAAF DE MÉRODE.

Type 1 : Op een volledig vel van de authentieke 5 c de Mérode, hebben 37 zegels op 75 een groot groen punt op het kostuum.
Type 2 : Op een volledig vel van de authentieke 5 c de Mérode, hebben 38 zegels op 75 geen punt op het kostuum.

Paneel 1
Alle 25 zegels van paneel 1 hebben het punt op het kostuum. Paneel 1 is dus enkel samengesteld uit zegels van type 1.

Paneel 2
8 zegels van paneel 2 zijn van type 1 (punt op het kostuum), namelijk posities 1, 6, 11, 12, 16, 17, 21 en 22. 17 zegels van paneel 2 zijn van type 2 (geen punt op het kostuum).

Paneel 3

4 zegels van paneel 3 zijn van type 1 (aanwezigheid van punt) namelijk posities 2, 10, 15 en 20. de andere 21 zegels zijn van type 2 (geen punt op het kostuum).



SYNTHESE VAN "HOOGTE" EN "GROEN PUNT".



DE ECHTE 10 C : KLEURPUNT IN DE LINKER MARGE.

24 zegels van de 75 hebben een rood punt in de linker marge, tussen het 2' en het 3' decoratief element (tellend van onder naar boven).
   7 zegels in paneel 1.
   0 zegels in paneel 2.
   17 zegels in paneel 3.




DE ECHTE 10 C : DE HOOGTE VAN DE ZEGELS.

2 formaten :
- Groot formaat : 3,45 à 3,46 cm
- Klein formaat : 3,42 à 3,43 cm.
Paneel 1 : - 15 zegels groot formaat:
1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14 en 15.
  - 10 zegels klein formaat :
16, 17, 18, 19, 20, 21, 22 23, 24 en 25.
Paneel 2 : = Paneel 1
Paneel 3 : - 8 zegels groot formaat :
1, 3, 4, 8, 9, 13, 14 en 15
  - 17 zegels klein formaat :
2, 5, 6, 7, 10, 11, 12, 16,17,18,19,20,21,22,23,24 en
25.



De plaatsing van de groot en klein formaat zegels in het derde paneel is volledig willekeurig en komt met geen enkel mathematish criterium overeen.
Het valt op te merken dat in een volledig vel van 75 er 38 groot formaat en 37 klein formaat zegels voorkomen. Deze verhouding kan geen puur toeval zijn. Ze is het resultaat van een vooropgezet plan door Verschueren vóór de aanmaak van de lithografische steen.

DE ECHTE 10 C : HET PUNT IN HET CENTRALE DEEL VAN DE LINKER ARM VAN DE U VAN 'BELGIQUE'.
Paneel 1 : 11 zegels hebben dit punt : 2, 3, 7, 8, 13, 14, 18, 19, 20, 24 en 25.
Paneel 2 : geen punt
Paneel 3 : 6 zegels op 25 : 1, 3, 8, 9, 14 en 24



DE ECHTE 10 C : ROOD KLEURPUNT TEGEN DE ONDERSTE KADERLIJN ( LINKERKANT ) ONDER ' EL ' VAN ' BELGIË '.

Paneel 1 : geen punt
Paneel 2 : 7 zegels op 25 vertonen dit punt : 2, 7, 8, 9, 13, 15 en 22.
Paneel 3 : 2 zegels op 25 : 16 en 21.

DE ECHTE 10 C : DE TWEE TYPES.

Type 1 : onderbreking of inkrimping in de witte lijn langs de parels ( tussen de 1' en 2' parel van de linker kader, onder de linker 10). Als deze onderbreking of inkrimping aanwezig is, bevind er zich ook steeds een punt op de 3 kleurlijnen in het onderste deel van de grote krul rechts.
Type 2 : geen onderbreking of inkrimping in de witte lijn langs de parels, en ook geen punt op de 3 kleurlijnen.
In een volledig vel van de authentieke 10 c de Mérode zijn er 27 zegels van de 75 van type 1.
Paneel 1 : type 1 : 1, 6, 11, 12, 16, 17, 21 en 22.
Paneel 2 : volledig type 2.
Paneel 3 : type 1: 2, 3,4 ,5, 6, 7, 9, 11, 12, 13, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 22, 23, 24 en 25.

Varieteiten


Curiositeiten


Vervalsingen


Tussen maart 1915 en oktober 1916 werden door drukker Verschueren enorme hoeveelheden nagemaakte zegels gefrabriceerd, met recht vervalsingen genoemd,omdat ze niet met de oorspronkelijke drukstenen werden aangemaakt.
Na het begin van de beschieting van Antwerpen op 7 oktober 1914 werden de drukmachines stilgelegd,de drukstenen werden afgeschuurd en het resterende papier verbrand in de oven van een nabijgelegen bakkerij. Helaas waren enkele originele omdrukken en enkele niet-gebruikte omdrukken (die gebreken vertoonden) achtergebleven in de drukkerij. Aan de hand hiervan maakte Verschueren opnieuw drukstenen aan .
Hierbij onderscheiden wij twee types:
1) De vervalsingen met gesloten 'Q' in Belgique.Deze zijn afkomstig van afgekeurde omdrukken.
2) De vervalsingen met open 'Q', waarvoor omdrukken zonder afwijkingen werden gebruikt, zoals ook gebruikt bij de originele druk.

Als belangrijkste keuringscriterium voor beide types geld:
DE VIER BOVENSTE LIJNEN IN HET VAK MET HET WOORD BELGIÉ BESTAAN UIT KLEINE VIERKANTJES DIE STEEDS ZICHTBAAR ZIJN. HET TYPE 2) HEEFT STEEDS VOLLE LIJNEN.

Hieronder geven we een extract uit het boekje: De uitgifte Rode Kruis van 1914 door de studiegroep vervalsingen met als voorzitter de heer Roger Vervisch, welke een uitstekend overzicht bied van deze problematiek.

ALGEMENE KENMERKEN VAN DE ECHTE ZEGELS

Tanding: 14 of ongetand.Ongetande zegels hebben dezelfde kenmerken als de getande.
Papier: korrelig, ruitvormige textuur, licht roomkleurig (5 en 10 c.) of lichtroze paars (20 c.)
Onder invloed van licht of water heeft laatstgenoemde kleur de neiging roomkleurig te worden.
Gom: dun,weinig glanzend, met kleine barstjes die een patroon van schuine streepjes vormen. (De gom van de valse zegels is ofwel lichtjes gebarsten met verticale strepen, ofwel sterk gebarsten, dik, onregelmatig uitgespreid of te glanzend.)

1. De letters B en E van BELGIQUE raken elkaar niet.
2. Het schuine streepje aan de voet van de L van BELGIQUE is kort.
3. De cédille van de Q van BELGIQUE is duidelijk getekend;
    De vorm ervan is verschillend voor elk van de drie waarden.

12
4.
5.









6.

7.

De lijnen zijn duidelijk en regelmatig getrokken en vertonen zeer weinig oneffenheden en onderbrekingen .
De vorm van de krullen voor en achter BELGIQUE verschilt voor elk van de drie waarden.




Over het algemeen hebben de kruisen rechte hoeken en de compacte bleekrode kleur bedekt goed het gehele oppervlak, zonder gebreken of breuken. Bij de 10 centiem is het kruis gedrukt in dezelfde kleur als de rest van het zegelbeeld.
De vier bovenste lijnen in het vak met het woord BELGIË bestaan in feite uit kleine vierkantjes, waarvan de sporen zelfs bij zwaar gedrukte zegels altijd zichtbaar zijn. De valse zegels hebben volle lijnen( Vaststelling gedaan door de heer André Luyckx).

13

De echte 5 centiem.
 

1.


2.
3.
4.
5.

6.

De neerhaal van het waardecijfer 5 links is licht gebogen en aan de bovenkant dunner maar niet gebroken. Bij sterke vergroting kunnen in de rechterkrul van dit cijfer één, twee of somtijds een aantal puntjes worden vastgesteld.
De voet is eveneens dunner maar niet gebroken.
BELGIQUE midden in het vak .
Het blad boven de eerste E van BELGIQUE staat helemaal los van deze letter.
De letters E-L en U-E van BELGIQUE raken elkaar bovenaan en onderaan.
Tweede E van BELGIQUE gesloten. Een wit streepje loopt van de rechterbovenkant van deze letter naar de krul voor het waardecijfer 5.
De letters van BELGIÉ raken elkaar onderaan.
14

De grove vervalsing van de 5 centiem.
 

1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.

De neerhaal van het waardecijfer 5 links heeft geen verdunning.
BELGIQUE dichter bij de bovenlijn van het vak.
Het blad boven de eerste E van BELGIQUE raakt deze letter bijna.
De ophaal van de letter L van BELGIQUE is te lang.
Q VAN BELGIQUE ZONDER CÉDILLE (IS EEN O).
De tweede E van BELGIQUE en de krul voor het waardecijfer 5 zijn niet met elkaar verbonden door een witte streep.
De letters van BELGIË staan los van elkaar.
Arceerlijnen boven en links van BELGIË niet goed doorgekomen.
15

De gevaarlijke vervalsing van de 5 centiem.
 

1.

2.
3.
4.
5.

De neerhaal van het waardecijfer 5 links heeft bovenaan een breuk.
Ook de voet is dikwijls gebroken.
Korter of gebroken streepje in de voluut boven het waardecijfer 5 rechts.
Gebogen streepje vrijwel verdwenen in de kleine cirkel bovenaan rechts.
Niet goed doorgekomen druk, vooral tussen de benen van de recht opstaande figuur.
Arceerlijnen boven en links van BELGIË niet goed doorgekomen.

De overige kenmerken komen overeen met die van de echte zegel.
16

De echte zegel van 10 centiem.
 

1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.

BELGIQUE dichter bij de bovenrand van het vak.
Een blad raakt de eerste E van BELGIQUE bijna.
Halfcirkelvormige lijn in de krul boven de L van BELGIQUE.
Het gedeelte van het bladwerk boven de letters QU van BELGIQUE vormt een bijna rechte lijn.
Tweede E van BELGIQUE open.
Halfcirkelvormige lijn in de bol bovenaan rechts van het waardecijfer 10.
Twee streepjes of twee rijen puntjes ( somtijds moeilijk zichtbaar) in de O van het waardecijfer 10 rechts.
De letters van BELGIË raken elkaar onderaan.
Wit streepje onder de tweede E van BELGIË.
17

De grove vervalsing van de 10 centiem.
 

1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.

BELGIQUE in het midden van het vak.5.
Bladwerk verder verwijderd van de eerste E van BELGIQUE. 5.
De ophaal van de letter L van BELGIQUE is te lang.5.
Q VAN BELGIQUE GELIJKT OP EEN O.5.
Blad boven U van BELGIQUE heeft krulvormig aanhangsel.5.
Tweede E van BELGIQUE gesloten.5.
Krul voor het waardecijfer 10 rechts zoals bij 5 centiem.5.
Geen wit streepje onder de tweede E van BELGIË.5.
Letters van BELGIË staan los van elkaar.5.
Arceerlijnen boven en links van BELGIË niet goed doorgekomen.
18

De gevaarlijke vervalsing van de 10 centiem.
 

1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.

Talrijke breuken in de bladnerven.
Geen of nauwelijks zichtbaar lijntje in de krul boven de letter L van BELGIQUE.
Geen of slechts één puntje in de 0 van het waardecijfer 10 rechts.
Geen of gebroken lijn in de bol bovenaan rechts.
Lijnen gebroken in het bladwerk ( doorlopend op echte zegels).
Druk tussen de benen van de recht opstaande figuur dikwijls niet goed doorgekomen.
Arceerlijnen boven en links van BELGIË niet goed doorgekomen.

De overige kenmerken komen overeen met die van de echte zegel.
19

De echte 20 centiem.
 

1.

2.


3.
4.
5.

6.

7.

8.

BELGIQUE dichter bij de bovenlijn van het vak. De letters BEL staan dichter bij de bovenzijde dan de andere letters.
Waardecijfer 20 links. Kleine inkeping in de krul van de 2; kleine uitholling in bladornament tegenover het begin van de voet van de 2; kleurstip in het rechtergedeelte van de 0.
Alleen de letters UE van BELGIQUE raken elkaar.
Tweede E van BELGIQUE open.
Kleine kleurstip ( somtijds ternauwernood zichtbaar ) in het midden van de 0 van het waardecijfer 20 rechts.
Het streepje in de krul rechts van de tweede E van BELGIQUE is in het midden gebroken, maar daar blijft het bij.
Het begin van de voet van de 2 in het waardecijfer 20 rechts raakt de krul of raakt ze bijna, maar het bolvormige uiteinde van deze krul staat los van dit cijfer.
de letters van BELGIË raken elkaar.
20

De grove vervalsing van de 20 centiem, type 1.
 

1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.

BELGIQUE in het midden van het vak.
Het begin van de voet van het cijfer 2 links dringt niet door in het bladornament.
E en L van BELGIQUE raken elkaar.
De ophaal van de L van BELGIQUE is te lang.
Q VAN BELGIQUE GELIJKT OP EEN O.
Tweede E van BELGIQUE gesloten.
Krul voor het waardecijfer 20 rechts zoals bij 5 centiem.
De 2 in het waardecijfer 20 rechts raakt de krul niet.
Arceerlijnen boven en links van BELGIË niet goed doorgekomen.
21

De grove vervalsing van de 20 centiem, type 2 en 3.
 
 
Zelfde kenmerken als voor de grove vervalsing type 1, maar:


Type 2:
Type 3:
Het cijfer 2 rechts raakt het bolvormige uiteinde maar niet de basis van de krul.
Q van BELGIQUE met cédille.
22

De gevaarlijke vervalsing van de 20 centiem.
 

1.
2.
3.
4.

5.

Geen stip in de 0 of inkeping in de 2 van het waardecijfer 20 links.
Bladnerven niet goed doorge- komen.
Geen stip in de 0 van het waardecijfer 20 rechts.
Het streepje in de krul rechts van de E van BELGIQUE is in drieën gebroken , is korter of is geheel afwezig.
Arceerlijnen boven en links van BELGIË niet goed door- gekomen.

De overige kenmerken komen overeen met die van de echte zegels.
23

Stempeltypen en tarieven


STEMPELTYPE
Het dienstorder nr 22,uitgegeven op 19/10/1910 en van kracht vanaf 1/11/1910, bracht de invoering van de tweetalige stempels.
Technische kenmerken:
  datummidden op 4 lijnen met
'UUR: in 2 getallen van 0-24
'DAG: in arabische cijfers
'MAAND: in Romeinse cijfers
'JAARTAL: in vier cijfers

Voor kantoren van wie de kantoornaam kon vertaald worden,werd de vertaling onderaan in de kroon herhaald; De taalvoorrang was die van het landsgedeelte waar de gemeente gelegen was.
Voor kantoren waarvan de naam niet kon vertaald worden, werd de opengebleven ruimte onderaan in de kroon opgevuld met een aantal punten. Grote kantoren: 7 punten onderaan, kleine kantoren: 13 punten.
Wanneer zich in éénzelfde gemeente meerdere kantoren bevinden,worden deze niet meer onderscheiden door de toevoeging van de gemeentenaam, de straat, de wijk, de plaats en waar deze kantoren zich bevinden, maar nu met een volgnummer. De volgnummers staan in de datumstempels links en rechts van de kantoornaam, eventueel aangevuld met loketletters, die de identificatie van de verschillende loketten of diensten moest mogelijk maken.
In een gemeente waar de twee talen worden gebruikt en in bepaalde steden waarvoor traditioneel een vertaling bestaat zullen de postkantoren voorzien worden van tweetalige datum -en naamstempels .
Nieuw-opgerichte kantoren na 1/11/1910 en de meeste grote postkantoren kregen de nieuwe datumstempel. De meeste kleine kantoren en die kantoren waar aan de kantoornaam niets moest veranderd worden, behielden hun oude 23 mm stempel. Ze pasten alleen hun datummidden aan volgens de onderrichtingen van het dienstorder van 29/10/1910. Op de Mérode zegels zijn de twee stempels terug te vinden.
Afstempelen van niet voor frankering gebruikte zegels was dienstordelijk verboden. Daarom dat op welwillendheidsstempels meestal een deel van de stempel ontbreekt waaraan men de betrokken bediende kon herkennen.
Alle Belgische postkantoren beschikten steeds over minstens 2 datumstempels, om bij breuk van de ene, met de andere te kunnen verderwerken.Elke stempel werd apart gesneden met de hand en zelfs de meest begaafde stempelsnijder kon onmogelijk alle letters precies op dezelfde plaats en identiek snijden.Hierdoor ontstonden minieme verschillen die op varianten wijzen.
TARIFERING

De reeks de Mérode was enkel frankeergeldig in het binnenlandse postverkeer. Toch worden de zegels frequent aangetroffen op zendingen naar het buitenland, waarbij zij meer als vignet dan als frankering worden gebruikt. Dit als steun voor het Rode Kruis en als eerbetoon aan de Belgische strijd in de oorlog.
Ook in het binnenlandse postverkeer is een juiste frankering met Mérode zegels een zeldzaamheid, ook hier treffen we vooral overdreven frankeringen aan.

Tarieven binnenland (vanaf 1/7/1909 ):
5c:
   postkaart
   
10c:
   brief binnenland van 0-20 g
 
20c:
   dubbel tarief binnenland 20-40 g
 

Aangetekende zending binnenland (en buitenland ):
25c:
   "vast recht " bovenop het normale tarief .
 

Tarieven buitenland (vanaf 1/10/1907):
25c:
   brief van 0 tot 20 g ; per bijkomende 20 g : + 15 c.
 

Voorkeurtarief:
   naar Luxemburg :10 c (tot 20gr)
   naar Nederland : 20 c (tot 20 gr)

Grenstarief: voor postverkeer tussen kantoren aan weerszijden van de grens die hoogstens 30 km uit elkaar liggen.
Naar Nederland, Frankrijk, Duitsland : 10 c (tot 20 g).

Op basis van het exterritorialiteitsprincipe werd het kantoor te Le Havre beschouwd als Belgisch grondgebied en briefwisseling afgegeven in dit kantoor en gefrankeerd met Belgische zegels werd beschouwd als behorend tot het Belgisch grondgebied, dus post vanuit Le Havre naar andere delen van het Belgisch grondgebied werd beschouwd als binnenlandse post. Zo diende een gewone brief (tot 20 gr) gefrankeerd te worden met 10 centiem. Alle gebouwen van Le Havre ingenomen door de Belgische administratie werden beschouwd als behorend tot het Belgisch grondgebied, en waren onderhevig aan de binnenlandse Belgische tarieven .


Echte stempels - Antwerpen


-ANTWERPEN
Het gebruik van de postmerken in de stad Antwerpen situeert zich tussen 3/10/1914 en 10/10/1914 , namelijk tussen de uitgifte van de Mérode reeks en de overgave van de stad.Onderstaande lijst geeft de kantoren en loketnummers zoals momenteel aanwezig in onze verzamelingen.
Lijst van de kantoren:
  -ANTWERPEN 1: (Groenplaats)ontvangerij 1' klasse. loketletters: A-F,A-L,V-V,B-B,E-E,S-S,W-W.
-ANTWERPEN 2:( Dokken)ontvangerij 3' klasse. loketletters:A-A
-ANTWERPEN 3:(Dam)
-ANTWERPEN 4:(Kiel) onder-ontvangerij 1' klasse. 4 zonder loketletters.
-ANTWERPEN 5:(Paleis) loketletters:A-A,C-C.
-ANTWERPEN 6: (Centraal Station) ontvangerij 1' klasse. loketletters: 6 zonder loketletters,B-B,D-D,K-K,L-L,Q-Q,J-J, P-P.
-ANTWERPEN 7: (Industrielaan)ontvangerij 2' klasse.loketletters:7, B-B,C-C.
-ANTWERPEN 8:(St.jansplein) ontvangerij 2' klasse.loketletters: D-D,H-H.
-ANTWERPEN 9:(Dageraadplaats) ontvangerij 3' klasse. loketletters:B-B.
-ANTWERPEN 10:( Jezusstraat)loketletters:A-A.
-ANTWERPEN 11:(Charlottelei) ontvangerij 4' klasse

AANTAL STEMPELS EN DE STEMPEL 1A-L

Antwerpen stempels op Mérode zegels kunnen voorkomen tussen 3/10/1914 en 10/10/1914, namelijk tussen de eerste dag van uitgifte en de val van de stad.
Blijkbaar werden een aantal stempels en datummiddens ontvreemd en later gebruikt om zegels te ontwaarden, zowel echte als valse.
Hieronder geven we een inventarisatie van het aantal stempels in onze verzameling met enkele randbemerkingen, en gaan we ook aandacht besteden aan de stempel 1 A-L, de meest voorkomende vervalsing.

1) De datum die het meest voorkomt op de zegels is 7/10/1914 , de dag van het begin van het bombardement op Antwerpen.
Hieronder een opsomming volgens bureau en datummidden , zonder de 1 A-L stempel.
  1 B-B
7 12-13 X
1914
 2
 
    E-E
9-10 4 X
1914
 2
 
      11-12   7 X
1914
 1
 
    S-S 9-10 6 X
1914
 1
 
    V-V 9-10 7 X
1914
 18
 
    V-W 9-10 7 X
1914
 1
 
    W-W 2-3 7 X
1914
 1
 
      8-9 7 X
1914
 6
 
      7 X 2-3
1914
 5
 
      18-19 7 X
1914
 4
 
      18-19 8 X
1914
 10
 
             
  2 A-F 6-7 7 X
1914
 4
 
      7-8 7 X
1914
 3
 
      20-11 7 X
1914
 5
 
    A-A 16-17 6 X
1914
 1
 
             
  5 A-A 11-12 7 X
1914
 3
 
    C-C 5-6 7 X
1914
 6
 
             
  6 B-B 9-10 7 X
1914
 3
 
    D-D 9-10 7 X
1914
 1
 
    L-L 19-20 7 X
1914
 1
 
    P-P 6 X
1914
 3
 
    Q-Q 6 X 
1914
 2
 
      7 X 8-9
1914
 1
 
           

  7 B-B 14-15 5 X
1914
 2
 
      17-18 6 X
1914
 1
 
      8-9 7 X
1914
 3
 
    C-C 7-8 7 X
1914
 22
 
      15-16 5 X 1914  1  
    D-D 10-11 7 X
1914
 1
 
             
  8 B-B 16-17 7 X
1914
 2
 
    D-D 10-11 5 X
1914
 3
 
    H-H 15-16 7 X
1914
 27
 
      17-18 7 X
1914
 1
 
 
SAMENVATTEND:

  op 179 stempels komt de datum
    4 x 1914    2 maal voor
    5 x 1914    6 maal voor
    6 x 1914    7 maal voor
    7 x 1914 154 maal voor
    8 x 1914   10 maal voor
  dus de datum 7x1914 komt in 154 stempels op 179 voor, zijnde 86 %.

2) De stempel 1 A-L
  a) op echte Mérode zegels:
     
9-10 7 X
1914
 24
 
     
12-13 7 X
1914
 6
 
     
12-13 9 X
1914
 4
 
     
7-8 7 X
1914
 1
 
  b) op gesloten Q vervalsingen:
      11-12 X 7
1914

 
        op 5 c 4 maal (2 maal met omgekeerd middenstuk)
op 10 c 5 maal ( 2 maal met omgekeerd middenstuk)
op 2 0 c 2 maal
     
9-10 7 X
1914

 
        op 10 c 1 maal
op 20 c 1 maal
  c) op open Q vervalsingen:
      9-10 7 X
1914

 
        op 5 c 3 maal
op 10 c 3 maal
     
11-12 7 X
1914

 
        op 5 c 1 maal

Concluderend kunnen we stellen dat de stempels 9-10 en 11-12 7 X 1914 steeds verdacht zijn, ook op echte zegels.
Enkel de stempels 12-13 9 X 1914 en 7-8 7 X 1914 kunnen we tot nu toe zeker als echt bestempelen.
 

Echte stempels - Afstempelingen in de rest van België tijdens de terugtocht van het leger.


-Afstempelingen in de rest van België tijdens de terugtocht van het leger.
In onze verzameling:
  GENT 1: A-A, C-C, L-L.
GENT 3: J-J, F-f, G-G.
GENT 5: zonder loketletter
GENT 6: B-B.
GENT (telegraafstempel) : C-C.
CAPRYCKE: 12-10-1914.
INGELMUNSTER: 8-10-1914
MELLE: 5-10-1914
EECLOO C-C : 5-10-1914.
KORTRIJK 1 A-A: 11-10-1914.
ST. MICHIELS: 8-10-1914.
COUCKELAERE: 8-10-1914
BRUGGE 1 D-D: 3-10-1914
BRUGGE 3 E-E : 14-10-1914.
HEYST-AAN-ZEE C-C: 14-10-1914
KNOCKE: 14-10-1914.
OOSTENDE 1 G-G: 7-10-1914.
OOSTENDE 1 H-H: 9-10-1914, 12-10-1914, 6-10-1914.
BLANKENBERGHE : 5-10-1914, 14-10-1914, 7-10-1914.
GERAARDSBERGEN C-C: 5-10-1914, 6-10-1914.
KNOCKE 9-10 6X1914
LEDEBERGH 9-10 12X1914

Echte stempels - Militaire Stempels



-Militaire stempels
  Nr 1 tot en met 6: nummers verbonden aan een legerdivisie.
Nr 7: verbonden aan de cavaleriedivisie
Nr 8 was voor het hoofdkwartier in Houthem.
Nr 8bis: gebruikt van maart tot oktober 1915 door het legerpostkantoor te Coudekerke-Branche.

Tot februari 1915 kwamen de nummers overeen met de legerdivisies. Later kan,om redenen van militaire veiligheid, geen betekenis meer gehecht worden aan het volgnummer.









Aangetekende brief 21-22 20 8 1916 naar Engeland.
Zegels nr 126-127-128 en 145
Afstempeling postes militaires belgique belgië legerposterij 8.
Frankering: 1 fr nr 126-127 en 128 gebruikt als vignet.
Juiste frankering: 25 c (aantekenrecht) , de brief werd immers verstuurd in portvrijdom. Duidelijke overfrankering.

Voorkant van de brief.
1) BLAUW KRUIS : Dit is de Engelse aanduiding voor een aangetekend stuk en moet voortkomen uit de periode dat er nog geen speciale strookjes voorhanden waren. De blauwe kleur van dit kruis vinden we ook terug op de Engelse aantekenstrookjes dit in tegenstelling tot andere landen waar de aantekenstrookjes in het rood werden gedrukt.

 2) R GATA : Frans aantekenstrookje, eronder staat 'recommandé' geschreven met de hand.
  G : Groupement
A : Administratif
T : (des) Troupes
A : (d') Armées

 3) S M : Dit moest door de Belgische militairen op al hun portvrijdomstukken aangebracht worden. De betekenis hiervan is: ' Service Militaire'. Het portvrijdom werd ingevoerd op 7 augustus 1914. Op aangetekende stukken werd dit sm meestal weggelaten.( Uitzonderingen bevestigen de regel)

 4) BESTEMMELING :
  Henri Just
10 Powlette place
Chalk farm London
England N W

Achterkant van de brief.
 1) OVALE STEMPEL : Registered au 16 London . Deze ovale stempel werd enkel gebruikt voor aangetekende stukken wat bovenaan word vertaald als 'registered'. Onderaan in de stempel staat London en in het midden staat de doorgangsdatum nl ? au 16 .

 2) ENVOI DE P. MAECK B 183 24' CIE A. B. Dus verzonden door P. Maeck 24' Compagnie van B 183 van het Belgische leger. Vanaf 1915 werden de onderdelen van het leger niet meer met name genoemd, maar kregen een jaarlijks veranderende code om veiligheidsredenen. A = 1915, B = 1916, C = 1917, Z = 1918. De hier vermelde code B 183 komt overeen met C 58 en stond voor 1 er Groupement du corps des Travailleurs Auxilliaires du Génie. De soldaat P. Maeck behoorde tot de 24' compagnie van dit legeronderdeel van het Belgisch leger.

 3) # D 28/30 REG FPO : In de rechter benedenhoek. Het gekruiste spoorteken heeft in de Angelsaksiche landen de betekenis van ' nr' . De brief is dus gepaseerd via de Engelse militaire veldpost waar hij werd ingeschreven ( zoals alle aangetekende stukken) onder het nummer d 28/30 .

Met dank aan de heer Arille Tassin voor zijn hulp.



Echte stempels - Onbezet België achter de ijzer


-Onbezet België achter de IJzer.
24 kantoren bleven voor een langere of kortere tijd verder functioneren,sommige zelfs voor de volledige duur van de oorlog. Het zijn: Adinkerke, Alveringhem, Bizet, Coxyde 1, Elverdinghe, Veurne, Houthem(Veurne), Kemmel, Panne, Leysele, Loo, Nieuwkerke, Oost-Duinkerke, Oostvleteren, Ploegsteert, Pollinckhove, Poperinghe, Proven, Reningelst, Rousbrugge-Haringhe, Vlamertinghe, Watou, Wulveringhem, Yper.

Echte stempels - Le Havre


  -Le Havre
Op 10/10/1914 vraagt de Belgische regering toestemming aan Frankrijk zich te Le Havre te vestigen,waarvoor de toestemming volgt op 11/10/1914 via president Poincaré aan de minister van België, baron Guillaume.De Belgische regering bereikt Le Havre over zee na ingescheept te zijn op 13/10/1914 op een veerboot van de staat, de ''Pieter de Coninck''.
De heer Dufayel, eigenaar van de ''Grands magasins Dufayel'', uit Parijs, was de promotor van Nice-Havrais, dat wou concurreren met de badsteden Deauville en Trauville.Dufayel was ook een sociaal bedrijfsleider. Aan de place Fréderic Sauvage, het eindpunt van de tramverbinding tussen Saint-Adresse en Le Havre, had hij een groot appartementsgebouw laten optrekken voor zijn Parijse werknemers, die daar enkele dagen van de zeelucht konden genieten. Dit complex bevatte villa's, hotels en het Dufayelgebouw. De ministers en hun familie verbleven in dit ''Hotellerie du Nice-Havrais'' of het hotel Dufayel, place Fréderic Sauvage nr 4, met op het gelijkvloers een Belgisch postkantoor, welke begint te werken vanaf 14/10/1915. Hiervoor bevond het kantoor zich in het hulpkantoor van Nice-Havrais, naast het Franse postbureau,aan de avenue des Régates.

-EERSTE STEMPELTYPE:
Een vrij versleten stempel van Le Havre,gekregen van het franse centraal bureau van Le Havre, met doorbroken ring thv de E van ''le'', welke niet recht is, maar schuin afloopt boven de 'E'. Het uur van de lichting is aangeduid op de eerste rij, gevolgd door een ster met 6 punten Deze werd gebruikt van 18/10/1914 tot en met 22/10/1914, en daarna teruggstuurd naar het centraal bureau .

-TWEEDE STEMPELTYPE
Vanaf 23/10/1914 gebruikte men een speciaal voor het Belgisch kantoor gemaakte stempel: LE HAVRE (SPECIAL) SEINE INFre . Deze werd gebruikt tot en met 14/10/1915.
3 MODELLEN: 1) Uur van de lichting geplaatst naast een ster met zes armen geplaatst op 2 punten.
Een punt(.) tussen SEINE en INFre
De afstanden tussen de woorden die de tekst vormen zijn weinig belangrijk.
Doorsnede 27 mm=Franse stempel
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
  
 
 
 

2) Uur van de lichting zonder naastgeplaatste ster.
Een punt(.) tussen SEINE en INFre
De afstanden tussen de woorden die de tekst vormen zijn weinig belangrijk.


 
 
 
 
 

3) Uur van de lichting vervangen door een ster.
Een verbindingsstreepje ( - ) tussen SEINE en INFre re van INFre is groter dan bij 1] en 2]
De afstanden tussen de woorden die de tekst vormen zijn groter .


Waarom deze verschillende types ? 1] en 2] zouden gelijktijdig gebruikt zijn door twee verschillende ploegen ambtenaren, stempel 3] zou van een latere datum zijn. Deze stempels kunnen verschillende anomaliën vertonen: zonder streepje tussen dag en maand; zonder uur van lichting en ster ; zonder maandaanduiding; het streepje tussen maand en dag is gebroken.

-DERDE STEMPELTYPE
Vanaf 15/10/1915 gebruikte men de stempel "SAINTE -ADRESSE / POSTE BELGE /BELGISCHE POST tot en met 22/11/1918.
Deze stempel bestond uit 3 lijnen: 2 Types:

-HERINNERINGSSTEMPEL
Waarschijnlijk in 1/1915 werd een gelijkaardige stempel gebruikt als le havre seine inférieur,maar zonder de onderbreking en met antidatering 18/10/1914. Dit werd gedaan om te herinneren aan de opening van het Belgisch kantoor op die datum.
Het Belgisch gouvernement had in feite de oorspronkelijke stempel , met breuk in de cirkel, hiervoor gevraagd aan de Franse posterijen, maar kreeg een andere.
Deze stempel vermeld niet het uur van de lichting welke vervangen is door een ster met 6 armen, geplaatst op een punt.
   
     

Echte stempels - Baarle-Hertog



-BAARLE-HERTOG

Belgische enclave, volledig omringd door Nederlands grondgebied en daarom onbereikbaar voor de Duitsers, vermits Nederland neutraal was.
Stempel: Enkele cirkel; doorsnede 27,5 mm.
2 Types
  1)De onderkant van het woord BAARLE is vervormd. De twee letters A missen de onderkant van het tweede been.De letter L is een I geworden . De letter E is een F. Het jaartal is naar links verschoven.
2) De letters van BAARLE zijn goed gevormd. Het jaartal staat er juist onder .


Valse stempels


Valse stempels op echte zegels

Echte stempels op valse zegels

Valse stempels op valse zegels

Literatuur


De Bast Jean : Le gouvernement et l'armée Belges au Havre durant la guerre 1914-1918
De Keyser Pierre en Van Damme Theo : De invoering van de tweetalige stempels FISTO-STUDIE nr 21 sept 1989
Denut E. :Belgische postbureaus in Frankrijk 1914-1918
Denut E. Stempels van onbezet België 1914-1918 WEFIS-STUDIE nr 17 october-december 1977
De Postzegel blz 77-84, 1970 (blz.129-131),1971 ( blz. 35-37),1971(blz. 91-92), 1971 (blz. 147-148 )
Gelli en Tani : Catalogue illustré de Timbres-Poste et Télégraphe de Belgique et du Congo-Belge 1921
Gailly Louis :Les faux de Belgique
Grubben Willy : Catalogue illustré des essais des timbres de Belgique et Congo-Belge 1933
Hubinont Raoul :La guerre 1914-1918 et la philatélie Belge
La Belgique judiciaire blz 433-436
Le code pénal interprété blz 350-355, blz 518-542
Ministère des affaires économiques, inspection de l'industrie, Monographies industrielles : la lithographie,la gravure et leurs industries connexes 1920
Nationale kataloog Postzegels van België en Europa gespecialiseerd
Postmuseum Grote Zavel 40 1000 Brussel : fotocopiën van alle daar beschikbare documenten i.v.m. Rode kruis reeksen 1914
Silverberg René : La poste Belge durant la guerre de 1914-1918
Slagmeulder Maurice-G. : Les Timbres Belges Faux et Truqués
Soebert R. Revue du collectionneur-Spécialiste nr 1 01/1949 blz 1-3,blz 44-45,blz 144-145,blz 181-183,blz 206-207.
Stibbe Jacques : Dictionnaire des bureaux de poste de Belgique 1830-1914
Toulieff S. :World Wars periodique trimestriel nr 43, 44, 46
Tolli M. Monographie des Faux et Falsifications De Belgique 1938
Van Der Mullen M. : De post te Antwerpen tijdens de Duitse bezetting 1914-1918 k.v.b.p. studiekring sept-okt 1997
Van De Veire Hugo : De datumstempel type 1910 WEFIS-STUDIE nr 20 okt-dec 1978
Van Riet Willy : België 1914 Het Beleg Van Antwerpen
Vervisch R. en R. Van Rompaey : De vervalsingen van de Rode Kruiszegels van 1914

S. Toulieff


Het werk van de Heer S. Toulieff, Place Matteotti nr 6 4630 Soumagne, in verband met de Mérode reeks is uitermate gedetailleerd en getuigt van een gedegen kennis van deze materie.
Zijn bevindingen over de verschillende types zegels, zijn beschrijvingen van de proefdrukken zijn uniek.
Daarom zijn wij erg trots en dankbaar dat we de toestemming van deze uitmuntende filatelist kregen om zijn werk integraal weer te geven op onze site.
De uittreksels komen uit het tijdschrift : ' World Wars 1914-1918 1939-1945 groupe détudes philatéliques des deux guerres mondiales Periodique trimestriel' .
Momenteel is enkel de Franse tekst beschikbaar, maar mettertijd gaan we proberen er een Nederlandse en Engelse versie van te maken.
Enkele praktische opmerkingen:

Het hele document in pdf formaat (11Mb)

  - In de rechter bovenhoek van de pagina's bevinden zich de letters WW gevolgd door een nummer, deze verwijzen naar de nummering van de oorspronkelijke tijdschriften. Hieronder bevind zich een nieuwe nummering van de bladzijden, om het geheel overzichtelijk te maken.
  - De hiernavolgende onderverdeling verwijst naar de verschillende behandelde onderwerpen, en is bedoeld om het zoeken te vergemakkelijken.

Introduction p. 1-4

  Série Monument de Mérode.
  Qui était de Mérode?
  Quelques remarques importantes.
    1. série destinée pour la service intérieur.
2. série émise au profit de la Croix-Rouge.
3. le roi Albert 1.
4. Mac Donald et Verschueren pas des artistes de premier plans.
 
Le 5 centimes authentique de Mérode p. 5-41.

  Les caractéristiques d'authenticités p.5-21
  Le point dans le costume du comte de Mérode type 1 + 2 p. 22-26
  La hauteur p.27-35
  Les variétés p.36-41

Le 10 centimes authentique de Mérode p 42-82

  Les variétés p.44-48
  Reproduction de la planche p.49-63
  Type 1 et type 2 p.64-70
  Le point de couleur en marge gauche p.71-73
  La hauteur des timbres p.74-76
  Le point dans la partie gauche centrale du u de Belgique p.77-79
  Point de couleur contre la ligne de cadre inférieure p.80-82

Le 50 c de Mérode non émis p.84-122

  Introduction p.84
  La genèse du 50 centimes de Mérode non émis p.85-122
  Les épreuves du premier coin p.85
La genèse du cadre p.86-110
    …preuves du 2ème coin gravé non adopté p.86-93
Le 3ème coin gravé en creux p.94
…preuves clandestines faites en 7/1914 du 2ème coin gravé non adopté p.96-100
…preuve du 3ème coin gravé, adopté dans un premier temps, puis refusé au dernier moment p.101-110
  La genèse du monument p.111-122
    Stade 1 monument non achevé p.111-115
2ème stade p.116
3ème stade p.117
      1ère modification p.118
2ème modification p.119
3ème modification p. 120
    Esquisse de la dentelure + retouches des 2 grandes volutes p.121
Réimpression de 1929 en noir p.122
       
Les variétés du 20 c panneau 1 de Mérode authentique p.123-138
  Variétés p.123-136
    La variété collective 'appendice' p.137
La variété collective 'points dans la lettre Q du mot Belgique' p.138


Het hele document in pdf formaat (11Mb)

Piet Van San




De Vos Rudy - Verzameling


STANDBEELD DE MERODE,

UITGIFTE 1914 - BELGIE

PLAN.

                        Blad     Titel
01 Titel - Plan. 02 Genesis. 03 - 05 Algemene echtheidskenmerken van de zegels. 06 Poststuk. 07 Maakwerk. 08 - 09 Kenmerken van de echte 5 centiem zegels. 10 - 11 De plaatfouten op de 5 centiem zegels - paneel 1. 12 - 13 De plaatfouten op de 5 centiem zegels - paneel 2. 14 - 15 De plaatfouten op de 5 centiem zegels - paneel 3. 16 De officieel erkende plaatfouten (vari-teiten) op de 5 centiem zegels. 17 Kenmerken van de gevaarlijke vervalsing - 5 centiem zegels. 18 Kenmerken van de grove vervalsing - 5 centiem zegels. 19 - 24 Voorbeelden van vervalsingen van de 5 centiem zegels. 25 - 26 Poststuk. 27 - 29 Afstempelingen op de 5 centiem zegels. 30 - 31 Kenmerken van de echte 10 centiem zegels. 32 - 33 De plaatfouten op de 10 centiem zegels - paneel 1. 34 - 35 De plaatfouten op de 10 centiem zegels - paneel 2. 36 - 37 De plaatfouten op de 10 centiem zegels - paneel 3. 38 De plaatfout -kleurpunt in de linkerrand- op de 10 centiem zegels. 39 De plaatfout -kleurpunt in de letter U- op de 10 centiem zegels. 40 De plaatfout -kleurpunt aan de onderste kaderlijn- op de 10 centiem zegels. 41 De officieel erkende plaatfouten (vari-teiten) op de 10 centiem zegels 42 Kenmerken van de gevaarlijke vervalsing - 10 centiem zegels. 43 Kenmerken van de grove vervalsing - 10 centiem zegels. 44 - 48 Voorbeelden van vervalsingen van de 10 centiem zegels. 49 - 51 Afstempelingen op de 10 centiem zegels. 52 Kenmerken van de echte 20 centiem zegels. 53 - 54 De plaatfouten op de 20 centiem zegels. 55 Kenmerken van de gevaarlijke vervalsing - 20 centiem zegels. 56 Kenmerken van de grove vervalsing - 20 centiem zegels - type1. 57 Kenmerken van de grove vervalsing - 20 centiem zegels - type2 58 - 62 Voorbeelden van de grove vervalsing van de 20 centiem zegels. 63 - 64 Afstempelingen op de 20 centiem zegels.


Z.M. KONING ALBERT I,

UITGIFTE 1914 - BELGIE

PLAN.

                          Blad     Titel
01 Titel - Plan. 02 Genesis. 03 - 05 Algemene echtheidskenmerken van de zegels. 06 Poststuk. 07 Maakwerk. 08 - 09 Kenmerken van de echte 5 centiem zegels. 10 - 11 De plaatfouten op de 5 centiem zegels - paneel 1. 12 - 13 De plaatfouten op de 5 centiem zegels - paneel 2. 14 - 15 De plaatfouten op de 5 centiem zegels - paneel 3. 16 De officieel erkende plaatfouten (vari-teiten) op de 5 centiem zegels. 17 Kenmerken van de gevaarlijke vervalsing - 5 centiem zegels. 18 Kenmerken van de grove vervalsing - 5 centiem zegels. 19 - 24 Voorbeelden van vervalsingen van de 5 centiem zegels. 25 - 26 Poststuk. 27 - 29 Afstempelingen op de 5 centiem zegels. 30 - 31 Kenmerken van de echte 10 centiem zegels. 32 - 33 De plaatfouten op de 10 centiem zegels - paneel 1. 34 - 35 De plaatfouten op de 10 centiem zegels - paneel 2. 36 - 37 De plaatfouten op de 10 centiem zegels - paneel 3. 38 De plaatfout -kleurpunt in de linkerrand- op de 10 centiem zegels. 39 De plaatfout -kleurpunt in de letter U- op de 10 centiem zegels. 40 De plaatfout -kleurpunt aan de onderste kaderlijn- op de 10 centiem zegels. 41 De officieel erkende plaatfouten (vari-teiten) op de 10 centiem zegels 42 Kenmerken van de gevaarlijke vervalsing - 10 centiem zegels. 43 Kenmerken van de grove vervalsing - 10 centiem zegels. 44 - 48 Voorbeelden van vervalsingen van de 10 centiem zegels. 49 - 51 Afstempelingen op de 10 centiem zegels. 52 Kenmerken van de echte 20 centiem zegels. 53 - 54 De plaatfouten op de 20 centiem zegels. 55 Kenmerken van de gevaarlijke vervalsing - 20 centiem zegels. 56 Kenmerken van de grove vervalsing - 20 centiem zegels - type1. 57 Kenmerken van de grove vervalsing - 20 centiem zegels - type2 58 - 62 Voorbeelden van de grove vervalsing van de 20 centiem zegels. 63 - 64 Afstempelingen op de 20 centiem zegels.

De Vos Rudy - Artikel over de nr 130